Oplagecijfers/letters en drukkerstekens.

Velrandbijzonderheden werden op de velranden aangebracht om fraude te voorkomen. Omstreeks 1916 werd ontdekt dat er fraude werd gepleegd met vellen postzegels. Medewerkers van de drukkerij kochten complete vellen postzegels op het postkantoor en wisselden die in de drukkerij om tegen vellen van dezelfde waarden waarin misdrukken of perforatiefouten aanwezig waren. Toen men hier achter kwam, werd besloten om in het vervolg bij de boekdrukzegels oplagecijfers op de korte velranden mee te drukken. 

In 1919 werden op de randen van de vellen de bekende telcijfers ingevoerd en zijn op de korte velranden oplageletters ingevoerd. In het vierde kwartaal van 1920 werd de oplageletter boven elke tiende zegel van de bovenrand vervangen door een drukkersteken. Er werden in 1922 vijftig drukkerstekens gebruikt. In februari 1922 werden deze vijftig drukkerstekens aangevuld met nog eens vijftig nieuwe tekens.

                                                                

Plaat- en etsingnummers.

De platen waarmee de in 1899 verschenen hoge waarden met het portret van koninging Wilhelmina (type bontkraag) werden gebruikt, kregen alle een plaatnummer mee. Als een plaat versleten was of tijdens het drukken stuk ging, werd een nieuwe plaat gemaakt, die dan een opvolgend nummer kreeg. Voor sommige waarden werden soms wel zeventien (!) platen gebruikt.

                                                 

Veltelnummers.

Bij de (vanaf 1939) aan de rol gedrukte vellen die werden gedrukt op de Albert Frankenthaldrukpers, kan een veltelnummer voorkomen.

 

Controletekens.

Het doel van controletekens is zoals de naam al aangeeft. Het verschaffen van een bepaalde controle op de vellen die voor een bepaalde oplage postzegels aan de drukkerij werden verstrekt en die in hun totaliteit weer moesten worden teruggeleverd aan de - wat vroeger heette - Dienst Zegelwaarden.

                                                

Knip en Ponstekens.

Kniptekens werden tussen 1924 en 1954 in de velranden aangebracht. Het doel was het achterhalen wie welke vellen had gecontroleerd. Er zijn in totaal achttien verschillende kniptekens gebruikt. De kniptekens werden doormiddel van een kniptang aangebracht.

Tussen 1954 en 1983 heeft men gebruik gemaakt van ponstekens. Deze werden door middel van een ponsmachine aangebracht. Vaak in een stapel vellen tegelijk.